Meteen naar de content

Lopende projecten

Hieronder vind je een overzicht van onze lopende projecten.

abcd.amsterdamumc.nl

Green Z: Onderzoek naar de samenhang van percepties over klimaatverandering en planetaire gezondheidsvaardigheden met gedrag, leefstijl en zorggebruik bij jongeren en jongvolwassenen

Jongeren en jongvolwassenen van nu (‘Gen Z’) groeien op in een tijd waarin de gevolgen van de klimaatcrisis en milieuproblemen onmiskenbaar zijn. Tegelijk is er een gebrek aan de nodige fundamentele veranderingen in hoe wij leven op onze planeet om een verergering te voorkomen. In dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de rol die de klimaatcrisis speelt in het leven van ‘Gen Z’. Hierbij staat centraal hoe jongeren en jongvolwassenen informatie over de crisis vinden, begrijpen en toepassen om geïnformeerde keuzes te maken m.b.t. hun gezondheid, leefstijl en het gebruik van gezondheidszorg. Over deze gezondheidsvaardigheden in het kader van planetaire gezondheid is nog niet veel bekend.

Het project wordt uitgevoerd door Fabiola Müller, onder begeleiding van Tanja Vrijkotte, Mirjam Fransen en Margreet Harskamp – van Ginkel. Fabiola zal ABCD-data gebruiken en deze aanvullen met focusgroepgesprekken onder jongeren en jongvolwassenen om inzicht te krijgen in het volgende: Hoe denken en voelen jongeren en jongvolwassenen over de klimaatcrisis? Hoe vinden en evalueren zij informatie? In hoeverre interpreteren zij informatie als relevant voor (hun) gezondheid? Welke soort informatie(bron) kan bij jongeren en jongvolwassenen tot een verandering in percepties en normen leiden? En hoe zetten zij hun kennis en vaardigheden in om geïnformeerde keuzes te maken omtrent hun gezondheid en leefstijl binnen het gezondheidssysteem en de maatschappij?

Wij interviewen jongeren van middelbareschoolleeftijd en jongvolwassenen. Zo willen we begrijpen hoe toenemende onafhankelijkheid en een nieuwe sociale omgeving de impact van en het omgaan met de crisis beïnvloeden. De verworven kennis kan inzicht bieden in welke informatie het beste aansluit aan de kennis, normen en het mediagebruik van ‘Gen Z’ en hoe deze ze kan stimuleren en in staat stellen om geïnformeerde gedrags- en gezondheidskeuzes te maken.

Connection: Co-creating community interventions on diet and physical activity to increase health equity in children and adolescents

Ongezonde voeding en een gebrek aan lichaamsbeweging zijn belangrijke oorzaken van ziektes en vroegtijdig overlijden, met name in groepen met een lagere sociaal-economische status. Co-creatie en samenwerkingen tussen verschillende sectoren zijn nodig om een gezonde en duurzame omgeving voor voeding en beweging te creëren.

Connection is een internationaal project dat zich richt op het samen ontwikkelen van maatregelen voor een gezonder dieet en meer lichaamsbeweging bij kinderen en jongeren die opgroeien in kwetsbare omstandigheden. Het project maakt gebruik van gegevens uit Europese cohortstudies, waaronder de ABCD-studie. Hiermee onderzoeken we hoe de omgeving op jonge leeftijd invloed heeft op eet- en beweegpatronen van kinderen en adolescenten in verschillende sociaal-economische omstandigheden. Daarnaast wordt de relatie tussen gedrag en gezondheidsuitkomsten, zoals groei, vetmassa en gezondheid van hart- en bloedvaten onderzocht. Met deze kennis worden interventies samen met jongeren ontwikkeld en uitgevoerd. Tot slot wordt gekeken naar de impact van deze interventies op gedragsveranderingen en het verkleinen van gezondheidsongelijkheden. Contactpersonen zijn Sara Dieduksman en Marlies Visser.

B-challenged: A multi-actor approach in creating safe and attractive physical and social environments to promote children’s active outdoor play and healthy dietary behaviours

Een zorgwekkend aantal kinderen voldoet niet aan de richtlijnen voor voldoende bewegen en gezonde voeding, waardoor zij meer risico hebben op chronische ziekten zoals obesitas. Interventies gericht op het verbeteren van de omgeving zijn nodig om ervoor te zorgen dat kinderen meer gaan bewegen en gezonder gaan eten, vooral in achtergestelde buurten. 
B-challenged heeft als doel om kinderen meer mogelijkheden te geven om buiten te spelen en de toegang tot ongezond eten te beperken. Dit doen we door bestaande gegevens van de ABCD-studie en de Idefix/I.family studie te gebruiken om te identificeren welke interventies in theorie het meest succesvol zijn – met aandacht voor achtergestelde buurten. Op basis daarvan gaan we  interventies in de omgeving (op school, in de buurt) co-creëren en implementeren, samen met kinderen en andere belangrijke betrokkenen (zoals ouders, leerkrachten en beleidsmakers). B-challenged is een internationaal project, waarin partijen uit wetenschap en praktijk samenwerken. Contactpersoon is Tanja Vrijkotte.

SmartCHANGE

SmartCHANGE is een Europees project, gericht op het bevorderen van gezondheid en welzijn van jongeren in de leeftijd van 5-19 jaar, om hart- en vaatzieken en diabetes in de toekomst te voorkomen. Door gebruik te maken van bestaande gegevens over bijvoorbeeld levensstijl, omgeving, bloeddruk en stofwisseling van mensen over een langere periode, hoopt SmartCHANGE met machine learning methoden modellen te ontwikkelen die deze ziekten kunnen voorspellen. Machine learning houdt in dat computers zelf leren van data, in plaats van dat alle kennis door mensen in de computer geprogrammeerd wordt. Dit is een vorm van kunstmatige intelligentie, ook wel AI genoemd. De AI-modellen zullen worden getraind om diverse gezondheidsgegevens van verschillende leeftijdsgroepen te analyseren. Samen met professionals uit de jeugdgezondheidszorg wordt op basis van de AI-modellen een gebruiksvriendelijke webapplicatie ontwikkeld die hen kan ondersteunen bij het inschatten van gezondheidsrisico’s van jongeren. Samen met jongeren wordt een mobiele gezondheids-app ontwikkeld die op een aantrekkelijke en persoonlijke manier veranderingen in je dagelijkse leven kan aanbevelen om gezondere gewoonten te bevorderen. Door samen met jongeren en gezondheidsprofessionals deze applicaties te ontwikkelen hoopt SmartCHANGE bij te dragen aan een nieuwe manier van samenwerken in de gezondheidszorg en aan een gezondere toekomst voor de samenleving. Jongeren zijn hierbij een belangrijke doelgroep omdat een ongezonde levensstijl vaak op jonge leeftijd wordt aangeleerd en gedragsverandering hier veel gezondheidswinst kan opleveren. De gegevens van de ABCD-studie worden gebruikt voor het maken van de AI-modellen. Contactpersonen zijn Tanja Vrijkotte en Quint Olislagers.

GOLIAT

Fase 7 van de ABCD-studie maakt deel uit van een samenwerking met het GOLIAT project van ISGLOBAL. Dit is een internationaal onderzoek waar 11 Europese landen, Japan, Korea en de VS aan meedoen. Het GOLIAT-project is opgezet om het mogelijke effect van electromagnetische straling (RF-EMF), met een speciale focus op 5G, op de gezondheid van jonge mensen te onderzoeken. Dit zal betekenen dat we ook informatie zullen verzamelen over de hoeveelheid telefoon-, tablet- en computergebruik van de deelnemers. Contactpersonen zijn Noekie van Lieshout en Tanja Vrijkotte.

Factoren in het vroege leven en de timing van de puberteit

Tegenwoordig accepteren veel artsen het feit dat de leeftijd waarop de puberteit bij jongens en meisjes begint gestaag daalt, terwijl deze ontdekking ook controversieel is. Welke factoren liggen ten grondslag aan deze trend? Waarom worden onze kinderen steeds vroeger biologisch volwassen? En wat zijn de medische en psychosociale implicaties hiervan? Antwoorden op deze vragen zijn nog steeds niet opgehelderd.

In het PhD-project “Early Life Factors and Pubertal Timing”, zal Siyu Zhou de associatie van factoren in het vroege leven met het begin van de puberteit en de mogelijke latere invloed op de psychosociale gezondheid in de adolescentie (met name menstruatieklachten) onderzoeken. Hiervoor zal zij gebruik maken van de longitudinale gegevens van de ABCD- jongeren die al verzameld zijn, maar ook gegevens die verzameld gaan worden tijdens de nieuwe meetfase 7. We hopen veranderbare somatische en psychosociale factoren te vinden vanaf de peri-zwangerschap tot aan de kindertijd die samenhangen met een vroege timing van de puberteit. Deze kennis is vervolgens nodig om effectieve interventies te ontwikkelen die vroeg in het leven ingezet kunnen worden (zwangere-postnatale vrouwen) om vroege timing van puberteit te voorkomen.

Equal-Life

Hoe zorg je ervoor dat je lekker in je vel zit en dat dat zo blijft? Hoe houd je mentale problemen buiten de deur? Dat is een uitdaging voor volwassenen, maar zeker ook voor kinderen en jongeren. Kinderen en jongeren groeien op in zeer verschillende omgevingen: thuis, op school, onderweg en tijdens sport en spel. De kwaliteit van die omgevingen verschilt bijvoorbeeld in het aantal voorzieningen, zoals parken, speelplekken en sportclubs. De omgeving kan je uitnodigen tot gezond gedrag en tot het ontmoeten van anderen of juist niet. Zo maakt het uit of die omgeving groen en schoon is en er geen ongewenst geluid is, maar ook wat we zelf in die omgeving doen,  zoals het gebruik van beeldschermen, gezond eten en bewegen. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de complexe samenhang tussen al deze omgevingsfactoren en hun invloed op de mentale gezondheid bij jongeren. Equal-Life is een groot Europees project waarbinnen gegevens over mentale gezondheid van onderzoek uit 8 landen worden gebundeld en gekoppeld aan omgevingsfactoren voor verschillende leeftijdsgroepen. Op basis hiervan worden combinaties van omgevingsfactoren in kaart gebracht die voor een goede ontwikkeling en mentale gezondheid belangrijk zijn. Dankzij projecten zoals Equal-Life, hebben we over 5 jaar meer zicht op wat we samen kunnen doen om ook van Amsterdam een stad te maken waar kinderen en jongeren mentaal gezond op kunnen groeien. Bekijk voor meer informatie dit filmpje over Equal Life. De contactpersoon voor dit project is Tanja Vrijkotte.

Urban Mental Health-studie

Onderzoek heeft laten zien dat 43% van de jongeren in Nederland kampt met psychologische klachten, waarvan een groot deel angst, stress en/of stemmingsklachten betreft, al dan niet gecombineerd met game-, alcohol- en/of drugs-afhankelijkheid (MIND, 2016). De Urban Mental Health (UMH)-studie richt zich op factoren die invloed hebben op het ontwikkelen van angst, depressie en/of verslaving bij jongeren die in Amsterdam geboren zijn. Er zal onder andere onderzoek gedaan worden naar: 1) het complexe samenspel tussen factoren uit de omgeving waarin een kind opgroeit in relatie tot psychische gezondheid; 2) hoe we grootstedelijke ongemakken kunnen meten; 3) hoe angstig- en somberheid samengaan met middelen- en mediagebruik; 4) wat voor factoren uit de vroege kindertijd invloed hebben op het ontwikkelen van angst, depressie en/of verslaving in de adolescentie en jongvolwassenheid.

Voor deze studie willen we regelmatig korte vragenlijsten gaan afnemen bij de ABCD-deelnemers om meer inzicht te krijgen in hoe de jongeren zich over de tijd ontwikkelen. Het project wordt  uitgevoerd door Hanan Bozhar , onder begeleiding van Susanne de Rooij (epidemiologie, Amsterdam UMC), Helle Larsen (ontwikkelingspsychologie, UvA), Anja Lok (psychiatrie, Amsterdam UMC) en Tanja Vrijkotte (sociale geneeskunde, Amsterdam UMC). Het project loopt van 2020 tot 2025 en is onderdeel van the Centre for Urban Mental Health van de UvA.

European Child Cohort Network (ECCN)

ECCN is een groot Europees project. In dit project wordt de invloed van stress bij jonge kinderen op de gezondheid onderzocht. Zie hier welke Europese cohorten meedoen. Alle gegevens van de verschillende cohorten worden in een zogeheten Dastashield gezet, hierin kunnen onderzoekers analyses doen zonder dat er gegevens naar hen opgestuurd hoeven worden (de gegevens blijven op onze eigen beveiligde server staan). ABCD-contactpersoon: Sara Dieduksman.

Hogeschool van Amsterdam

Gezonde voedingsgewoonten zijn belangrijk voor een optimale groei en ontwikkeling tijdens zowel de kinderleeftijd als op latere leeftijd. En ook voor het ontwikkelen van een gezond gewicht en een gezonde gewichtsontwikkeling op latere leeftijd. Onderzoek laat zien dat steeds meer kinderen overgewicht en obesitas ontwikkelen en dat deze percentages hoger of juist lager zijn bij kinderen van bepaalde etnische en sociaaleconomische achtergronden.

Op de leeftijd van 5 jaar is uitgebreide voedingsinformatie verzameld. Op basis van deze uitgebreide voedingsinformatie definiëren wij voedingspatronen. Dat doen we op verschillende methodologische manieren. Wij onderzoeken of bepaalde voedingspatronen vaker voorkomen onder kinderen uit bepaalde etnische en sociaaleconomische groepen. Vervolgens onderzoeken wij hoe deze voedingspatronen samenhangen met gewicht en de lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa) op de leeftijd van 10 en 12 jaar. In het onderstaande filmpje vertelt Ir. Viyan Rashid over dit onderzoek.